Home FAQ opleidingstraject K&J

FAQ opleidingstraject K&J

De registratiecommissie krijgt regelmatig vragen over het traject tot K&J psycholoog NIP. We hebben deze vragen gebundeld tot een FAQ-bestand waarin we deze vragen en antwoorden weergeven. Wij vragen je om, voordat je een vraag via de mail voorlegt, te kijken of je het antwoord op deze jouw vraag in de FAQ tegenkomt. Mocht je vraag er niet bij staan, stuur ons dan een mail via registraties@nip.nl. We doen ons best je vraag zo snel mogelijk te beantwoorden.

Vragen over aanmelding

Wat gebeurt er na mijn aanmelding?

Het aanmelddossier wordt eerst in zijn geheel gescreend op volledigheid; soms volgt een aanvullend verzoek, als iets ontbreekt of onduidelijk is. Als het aanmelddossier compleet is, wordt het in zijn geheel aan de commissie voorgelegd ter beoordeling op alle onderdelen (vooropleiding, opleidingsplan, supervisieplan, werkplek).

Oordeel van de commissie kan zijn: het aanmelddossier is goedgekeurd, of het aanmelddossier is niet goedgekeurd. Als het aanmelddossier door de commissie is goedgekeurd, krijg je daarvan bericht en start vanaf die datum formeel je opleidingstraject en -termijn.

Als het aanmelddossier niet is goedgekeurd, omdat het op één of meerdere onderdelen niet voldoet, wordt je gevraagd het dossier op dat onderdeel aan te passen / aan te vullen. Dan start de termijn van de opleiding pas na goedgekeurde aanpassing.

Vragen over scholing/opleidingsplan

Mag ik ook niet-geaccrediteerde scholing opvoeren?

Dat mag alleen bij scholing die je al gevolgd hebt (tot maximaal 5 jaar vóór aanmelding).
Het opvoeren van al gevolgde scholing kan alleen op het moment van aanmelding, niet meer
tijdens het opleidingstraject (na aanmelding).
Die niet-geaccrediteerde scholing moet aan een aantal criteria voldoen (zie ook art. 17.4 van het
registratiereglement):

• Het moet van postacademisch niveau zijn
• Het moet aansluiten op het werkveld K&J

Let op: al gevolgde scholing die je invult in je opleidingsplan, moet altijd ook opgevoerd zijn in
PE-online.

Er zijn tussentijdse wijzigingen in mijn opleidingsplan. Moet ik dit doorgeven?

Nee maar het is wel van belang dat je aan het eind van je opleidingstraject hebt voldaan aan de eisen in het reglement. De commissie gaat ervan uit dat dit je eigen verantwoordelijkheid is.

Vragen over werkplek en werkbegeleiding

Kan ik mijn werkplek vooraf voorleggen aan de commissie?

Aanmeldingen worden in zijn geheel en in samenhang beoordeeld, het is niet mogelijk één onderdeel vooraf te laten screenen. Twijfel je over je werkplek of ben je op zoek naar houvast, dan is het goed de eisen en richtlijnen in relatie tot je werkplek goed te bekijken.

Waar moet mijn werkplek aan voldoen?

Er moet op de werkplek sprake zijn van een aantal praktische voorwaarden die staan genoemd in de regeling (artikel 15.4 van het registratiereglement) en er moet op de werkplek sprake zijn van werkbegeleiding door een gekwalificeerde werkbegeleider. Maar bij het beoordelen van de werkplek maakt de commissie ook een inschatting of op de werkplek kan worden voldaan aan de eisen van het volledige opleidingstraject. Dat betekent dat er op de werkplek moet kunnen worden voldaan aan de eisen op het gebied van de werkervaring (2/3 cliëntgebonden, spreiding over Diagnostiek en Behandeling). En er moet op de werkplek sprake zijn van voldoende diversiteit en complexiteit in casuïstiek om de casusverslagen (diagnostiek én behandeling) te voltooien volgens de daarvoor geldende Richtlijnen. Zie ook de vragen over Casusverslagen. Twijfel je over je werkplek of ben je op zoek naar houvast, dan is het goed die eisen en richtlijnen goed te bekijken in relatie tot je werkplek.

Kan ik werkbegeleiding krijgen van iemand die niet op mijn werkplek werkt?

Als er geen interne werkbegeleiding mogelijk is op je werkplek, dan is het mogelijk om de werkbegeleiding te laten doen door een externe werkbegeleider. Omdat deze per definitie niet op jouw werkplek aanwezig is maar wel zicht dient te hebben op jouw werkzaamheden, dien je samen met je werkbegeleider inzichtelijk te maken hoe dit wordt gerealiseerd. Op het formulier goedkeuring werkplek geef je aan hoe vaak je werkbegeleiding hebt, hoe lang, wat de inhoud is van de werkbegeleiding, waar de werkbegeleiding plaatsvindt, en hoe de werkbegeleider zicht houdt op jouw werkzaamheden. Ook bij extreme werkbegeleiding moet er sprake zijn van een gekwalificeerde werkbegeleider (zie artikel 14.4.d van de regeling).

Ik kan op mijn werkplek alleen diagnostiek of alleen behandeling doen. Kan deze werkplek dan worden goedgekeurd voor het opleidingstraject?

Bij de goedkeuring van de werkplek gaat het zoals gezegd ook om een inschatting of op de werkplek kan worden voldaan aan alle eisen van het opleidingstraject, waaronder werkervaring en casusverslagen. Zowel bij werkervaring als de casusverslagen gaat het om zowel diagnostiek als behandeling. Als je alleen diagnostiek of alleen behandeling doet op je werkplek, kan dit alleen in combinatie met een andere werkplek.

Als de werkplek verder voldoet aan de eisen van de registratieregeling kan er dus sprake zijn van gedeeltelijke goedkeuring. De commissie wijst je in dat geval op de noodzaak een aanvullende werkplek te zoeken en deze ook te laten goedkeuren. Het is je eigen verantwoordelijkheid dit ook te doen.

In sommige gevallen wordt de werkplek wel volledig goedgekeurd, maar geeft de commissie een advies mee. Dat kan gebeuren als de commissie inschat dat het op deze werkplek lastig kan zijn om aan de diversiteit in problematiek die nodig is voor de casusverslagen te voldoen. Dan adviseert de commissie je daar extra alert op te zijn in de keuze van je casussen.

Ik ga tijdens mijn traject ergens anders werken. Moet ik dat doorgeven?

Ja, elke nieuwe werkplek moet vooraf worden doorgegeven. Lever daartoe de activiteit ´Goedkeuring werkplek´ aan in PE-online met daarin de informatie over je nieuwe werkplek, je functieomschrijving en de gegevens van je nieuwe werkbegeleider.

Ik moet tijdens het traject van werkbegeleider veranderen. Moet ik dit doorgeven?

Ja, een verandering van werkbegeleider moet je doorgeven. Er moet immers sprake zijn van werkbegeleiding door een gekwalificeerde werkbegeleider (zie artikel 14.4.d van de regeling), Lever daartoe de activiteit ‘Goedkeuring werkplek’ aan in PE-online met daarin de gegevens van je nieuwe werkbegeleider en de opmerking dat het geen nieuwe werkplek betreft maar een wisseling van werkbegeleider.

Mijn werkbegeleider is psychotherapeut. Mag dat?

De werkbegeleider moet minimaal 2 jaar werkervaring hebben als geregistreerd Kinder- en jeugd-psycholoog NIP of een daaraan gelijkwaardige registratie, dat wil zeggen GZ-psycholoog of OG. Dus niet psychiater of psychotherapeut (behalve als deze ook GZ-psycholoog is). In uitzonderlijke, individuele gevallen kan de commissie hierop een uitzondering maken op basis van de hardheidsclausule, maar hiervoor moet je een onderbouwd verzoek indienen.

Is mijn werkbegeleider verantwoordelijk en aansprakelijk voor mijn werk?

Deels. Het is van belang hierbij af te bakenen dat het gaat om ‘verantwoordelijk’ en ‘aansprakelijk’ in termen van tuchtrechtelijk aan te spreken zijn op het handelen. Bij dat aanspreekbaar zijn op het handelen is een belangrijk aspect ‘voldoende en direct zicht hebben op de werkzaamheden’. Daarom is er verschil tussen de verantwoordelijkheid van een werkbegeleider (die direct zicht heeft op de werkzaamheden) en die van een supervisor (die meer op afstand staat).

Uitgangspunt is: elke psycholoog is verantwoordelijk voor zijn eigen handelen (ook als je in opleiding bent). Er is één situatie waarin er sprake kan zijn van (mede) verantwoordelijkheid voor het handelen van een andere psycholoog, en dat is in een opleidingssituatie. Dan wordt er namelijk van uitgegaan dat de werkbegeleider – naast de opleideling (psycholoog in opleiding) – mede verantwoordelijk is voor de inhoud van de werkzaamheden van de opleideling. De werkbegeleider is ook tuchtrechtelijk aan te spreken op deze inhoudelijke (mede)verantwoordelijkheid. NB: het is niet zo dat je als opleideling helemaal niet verantwoordelijk bent.

De supervisor staat meer op afstand van het handelen (zit vaak ook niet op dezelfde werkplek), en kan die verantwoordelijkheid daarom niet deels overnemen (en daar dus ook niet tuchtrechtelijk op worden aangesproken). NB: dit ontslaat een supervisor niet van de verantwoordelijkheid om (in afstemming met de supervisant) op te treden als er in de supervisie iets voorbij komt dat evident schadelijk is voor de cliënt.

Vragen over supervisie

Kan ik eerder gevolgde supervisie laten meetellen?

Eerder gevolgde supervisie, die maximaal 5 jaar voor de datum van aanmelding is afgerond, kan (met een maximum van 45 punten) meetellen, mits het aan alle eisen voldoet die worden gesteld in het opleidingstraject (ook wat betreft de supervisor, die moet bij het NIP zijn geregistreerd als supervisor K&J NIP). Eerder gevolgde supervisie kan alleen bij aanmelding worden opgevoerd. Voor eerder gevolgde supervisie vul je de supervisieverklaring in (ondertekend door de supervisor).

Kan ik eerder gevolgde supervisie mee laten tellen als mijn supervisor destijds niet geregistreerd was als supervisor Kinder- en jeugdpsycholoog NIP?

Uitgangspunt is dat supervisie alleen kan meetellen als deze wordt gegeven door een supervisor die geregistreerd is als supervisor Kinder- en jeugdpsycholoog bij het NIP. Als een supervisor bij eerder gevolgde supervisie niet was geregistreerd maar wel kan aantonen dat hij of zij gedurende het supervisietraject voldeed aan de eisen om als supervisor geregistreerd te worden, dan kan een verzoek worden gedaan om de supervisie mee te laten tellen. Het is aan de commissie dit verzoek te beoordelen.

Ik wil supervisie volgen bij een supervisor die niet bij het NIP geregistreerd is maar wel elders als supervisor. Kan dat?

Nee, je kunt alleen supervisie volgen als de supervisor bij het NIP is geregistreerd.

Hoeveel leerdoelen moet ik opstellen, en wat als er één afvalt of wijzigt?

In het supervisieplan neem je leerdoelen op. Het aantal leerdoelen is mede afhankelijk van het aantal uren dat je supervisie gaat volgen. Als leidraad kun je aanhouden: minimaal drie. Leerdoelen moeten gaan om persoonlijke reflectieve leerdoelen. Er mogen ook doelen tussen zitten die liggen op het gebied van kennis/vaardigheden, maar die moeten dan wel gerelateerd zijn aan persoonlijke ontwikkeling

Wat moet ik doen als er wijzigingen zijn in mijn leerdoelen?

Leerdoelen kunnen in de loop van het supervisietraject veranderen. Daarom wordt aan het eind, op het formulier supervisieverklaring, gereflecteerd op de eerder opgegeven leerdoelen. Je kunt dan ook aangeven welke leerdoelen je nog hebt bijgesteld of toegevoegd lopende het traject. Bij ingrijpende veranderingen tijdens het traject (heel andere leerdoelen, nieuwe supervisor) wordt een nieuw supervisieplan ingediend.

Ik stop voortijdig met de supervisie bij de supervisor waarvan het supervisieplan is goedgekeurd. Moet ik dit doorgeven aan de registratiecommissie?

Ja, elke wijziging in het traject, dus ook het voortijdig afbreken van een supervisie, dient gemeld te worden (artikel 18.6 van het reglement). Je kunt voor deze uren wel een door de supervisor ondertekende supervisieverklaring aanleveren. De commissie zal dan beoordelen of die uren kunnen meetellen. Dat zal niet het geval zijn als je bij deze supervisor een heel klein aantal uur supervisie hebt gevolgd (bijvoorbeeld minder dan 10 uur).

Ik volg mijn supervisie bij meerdere supervisoren, kan ik dat invullen op één supervisieverklaring?

Nee. Voor elk supervisietraject dien je een supervisieplan en een supervisieverklaring in., ondertekend door de supervisor die je heeft begeleid in dat traject. Als je doorwerkt aan dezelfde leerdoelen, kopieer je die in het nieuwe supervisieplan.

Ik ga met een nieuwe reeks supervisie beginnen. Moet ik dit vooraf doorgeven?

Ja, van elke nieuwe reeks supervisie die je gaat volgen, dien je vooraf een nieuw supervisieplan aan te leveren met nieuwe leerdoelen. Lever je dit niet vooraf aan, dan loop je het risico dat de supervisie uit die reeks niet mee kan tellen of voor minder uren dan gevolgd.

Is het verplicht om supervisie te volgen bij meerdere supervisoren?

Je mag supervisie volgen bij één supervisor. De commissie ziet wel een meerwaarde in het kiezen voor meerdere supervisoren, omdat zo van verschillende supervisoren kunt leren. Kies je ervoor om alle supervisie-uren bij dezelfde supervisor te doen, dan adviseert de commissie je om je leerdoelen te formuleren voor een eerste deel van het traject (bijvoorbeeld 45 punten), en aan de hand van een tussenevaluatie je doelen voor een tweede deel te formuleren. Om je nieuwe leerdoelen in te dienen bij de commissie, maak je gebruik van een nieuw formulier supervisieplan.

Is mijn supervisor verantwoordelijk voor mijn werk?

Zie ook het antwoord onder werkplek > werkbegeleider.

Het is van belang af te bakenen dat het gaat om ‘verantwoordelijk’ en ‘aansprakelijk’ in termen van tuchtrechtelijk aan te spreken zijn op het handelen. Bij dat aanspreekbaar zijn op het handelen is een belangrijk aspect ‘voldoende en direct zicht hebben op de werkzaamheden’. Daarom is er verschil tussen de verantwoordelijkheid van een werkbegeleider (die direct zicht heeft op de werkzaamheden) en die van een supervisor (die meer op afstand staat).

De supervisor staat meer op afstand van het handelen (zit vaak ook niet op dezelfde werkplek), en kan die verantwoordelijkheid daarom niet deels overnemen (en daar dus ook niet tuchtrechtelijk op worden aangesproken). NB: dit ontslaat een supervisor niet van de verantwoordelijkheid om (in afstemming met de supervisant) op te treden als er in de supervisie iets voorbij komt dat evident schadelijk is voor de cliënt.

Vragen over de casusverslagen

Kan ik vooraf aan de commissie vragen of een casus geschikt is als masterpiece?

De commissie kan niet op voorhand een uitspraak doen of een casus geschikt is als masterpiece. Dit dien je met je supervisor te bepreken. Om daarbij te helpen, zijn de Richtlijnen casusverslagen opgesteld.

Hoe weet ik of mijn casus voldoende diversiteit heeft?

In de richtlijnen staat dat casussen diversiteit moeten laten zien op verschillende gebieden, zoals bijvoorbeeld problematiek, leeftijd van cliënten, methodieken en onderzoeksmiddelen. Het is dus belangrijk om er bij het kiezen van de casussen op te letten dat er sprake is van verschillende leeftijden van cliënten, verschillende soorten problematiek, maar ook van diversiteit in ingezette diagnostische middelen of behandelinterventies. Bespreek dit met je supervisor en gebruik de Richtlijnen casusverslagen.

In de richtlijnen staat dat de casus waarover je een casusverslag schrijft, recent moet zijn. Wat houdt dat in?

De casussen voer je tijdens het opleidingstraject uit onder begeleiding van een supervisor, en zijn dus per definitie recent. Zeker bij een masterpiece is dit van belang. Als leidraad kun je aanhouden: niet ouder dan jaar na afronding van het diagnostiek- of behandeltraject.

Hoe verhoudt het ‘niet werken volgens één protocol’ zich tot evidence-based werken?

In de richtlijn staat dat er zoveel mogelijk gebruik gemaakt moet worden van evidence-based behandel-/begeleidingsprogramma’s. Je mag best een protocol gebruiken (zeker in een eerste casus, D1 of B1), maar zeker in je masterpiece moet je laten zien dat je in staat bent op basis van meervoudige en complexe problematiek een geïntegreerde behandeling uit te voeren. Onderdeel daarvan kan zelfs in de masterpiece zijn dat je gebruikmaakt van een (evidencebased) protocol, maar dan alleen als onderdeel van een geïntegreerde behandeling. Onder geïntegreerde behandeling wordt dus niet verstaan het enkelvoudig toepassen van een behandeling op basis van één protocol. In het algemeen geldt bovendien dat dat als je gebruik maakt van methodieken of protocollen die (nog) niet evidence based zijn, je moet onderbouwen waarom dit voor deze client onder deze omstandigheden toch het meest geschikt is.

Ik werk met een specifieke doelgroep. Hoe laat ik dan toch voldoende diversiteit zien?

Als je met een specifieke leeftijdsgroep werkt, probeer dan zo veel mogelijk de uiterste leeftijden te laten zien. Zo heb je ook de mogelijkheid om binnen deze leeftijdsrange toch verschillende instrumenten in te kunnen zetten.

Werk je met een specifieke doelgroep op het gebied van een bepaalde problematiek (bijvoorbeeld autisme), zorg dan voor casussen waarbij in ieder geval de mogelijke klachten of problemen niet alleen vanuit de problematiek te verklaren zijn, en probeer te zorgen voor variatie in deze klachten/problemen.

Het opleidingstraject K&J leidt op tot een generalistische beroepsregistratie, daarom is het belangrijk om dat ook via de casusverslagen (ook wel gezien als de proeve van bekwaamheid) te laten zien. Mocht je de mogelijkheid hebben om binnen je organisatie ook op een andere afdeling ervaring op te doen, dan raadt de commissie je nadrukkelijk aan om dit ook te doen.

Moeten de gezagdragende ouders en/of de jeugdige zelf toestemming geven om hun onderzoek/behandeling te gebruiken als casusverslag voor het NIP en controleert het NIP dit?

Nee, dit is niet nodig. Het casusverslag moet volledig anoniem worden aangeleverd. Het is jouw verantwoordelijkheid het verslag te anonimiseren, en te zorgen dat de informatie niet herleidbaar is tot de jeugdige en diens systeem.