Psychologische deskundigheid binnen de overheid erkend en ook opgepakt?
De Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid (WRR) heeft op 8 juli een rapport uitgebracht met als titel ‘Deskundige overheid’. Acht bouwstenen zijn daarbij expliciet bekeken, waarbij ook die van de benutting van gedragswetenschappelijke expertise binnen de overheid. Wat is de positie en het gebruik van gedragsdeskundigheid binnen de overheid?
Onderzoeksproject Deskundige overheid
Voor het rapport is onderzocht wat de staat van deskundigheid is binnen de overheid. Deskundigheid is daarbij breed bekeken. Beschikken de mensen en onderdelen van de overheid over de juiste kennis en vaardigheden? En handelt de overheid ook deskundig? Verder is deskundigheid onderscheiden in vak-, veld-, proces- en uitvoeringsdeskundigheid. En naar de bron van deskundigheid (wetenschappelijke, professionele of ervaringskennis).
Gedragswetenschappen binnen de overheid
Sinds een jaar of vijftien is er een actieve beweging gaande om gedragswetenschappelijke kennis actief onder de aandacht te brengen van de overheid. Niet alleen in Nederland, maar ook Europees en wereldwijd. Doel is om beleid en uitvoering beter te laten aansluiten op de empirische realiteit van de menselijk geest. Dat is van evident belang geeft het rapport aan, want veel grote maatschappelijke problemen zijn alleen op te lossen als mensen hun gedrag veranderen. Als voorbeelden geeft het rapport aan de obesitasepidemie, het voorkomen of oplossen van problematische schulden en het afremmen van klimaatverandering.
NIP en psychologie bij de overheid
In Nederland verschenen in 2014 bijna gelijktijdig drie adviezen aan de overheid om meer aandacht te besteden aan de gedragswetenschappelijke kennis. Dit leidde onder meer tot de oprichting van het Behavioural Insights Netwerk Nederland (BIN NL), dat volgens het rapport zo’n 650 leden telt. Inmiddels heeft bijna elk Nederlands departement wel één of enkele gedragsdeskundigen in dienst.
Eén of enkele gedragsdeskundigen voor een heel departement is natuurlijk nog wel een druppel op een gloeiende plaat. Het NIP jaagt daarom de toepassing van psychologische expertise binnen de overheid verder aan. We werken hier samen met BIN NL aan. Zo overleggen we regelmatig met elkaar en verzorgen psychologen deelsessies over psychologische expertise op het jaarlijkse congres van het BIN NL netwerk, de Dag van het Gedrag. En ook in ons verkiezingspamflet (Verkiezingspamflet NIP 2025 – NIP) roepen we de overheid op om in de gehele beleidscyclus meer gebruik te maken van psychologische expertise bij complexe maatschappelijke vraagstukken.
Conclusies en aanbevelingen
Het WRR rapport concludeert met de bevindingen dat de ambtelijke deskundigheid vanouds goed ontwikkeld is, maar inmiddels belangrijke tekorten en kwetsbaarheden kent. Vaak wordt dit opgelost door externen in te huren, maar dit schept afhankelijkheid en wordt lang niet altijd goed georganiseerd. Daarnaast beschikken volksvertegenwoordigers en bestuurders over relatief magere eigen ondersteuning. Bovendien maken overheden in hun handelen maar beperkt gebruik van beschikbare deskundigheid.
Het rapport komt met zeven aanbevelingen om de overheid te versterken en veranderen:
- Versterk het strategisch vermogen van ambtelijke diensten.
- Versterk de deskundigheidspositie van kleine gemeenten.
- Versterk de ondersteuning van volksvertegenwoordigers.
- Versterk het gebruik van externe deskundigheid.
- Vernieuw ambtelijke roulatiesystemen en loopbaanpaden.
- Doorbreek verkokerde organisatiepatronen.
- Creëer een permanente Commissaris voor de Rijksdienst.
Ieder een rol bij een lerende overheid
Tot slot wordt een oproep gedaan aan de samenleving en politiek: wees realistisch en eis niet het onmogelijke. Deskundigheid vereist voldoende tijd en middelen. Er moet meer ruimte komen om te leren door experimenteren, vallen en opstaan en daar kunnen toezichthouders, volksvertegenwoordigers en media een rol in spelen.
Hoe nu verder?
Als afsluiting van het onderzoeksproject van de Deskundige overheid zal in het najaar de WRR verkenning ‘Met kennis van gedrag beleid maken. Hoe nu verder?’ nog verschijnen. De WRR geeft al aan dat in deze verkenning wordt gepleit om gedragsinzichten eerder, structureler en minder vrijblijvend te integreren in beleidsprocessen. De verkenning laat zien dat gedragskennis nu vaak pas aan het eind van het traject wordt ingezet, terwijl juist vroeg in het proces veel winst te behalen valt.