Verduidelijking inkoop Geneeskundige zorg voor specifieke patiëntgroepen (GZSP) 2025
Per 1 januari 2021 is er voor psychologen (die vallen onder de noemer gedragswetenschappers) de mogelijkheid om aan specifieke patiëntgroepen in de ouderenzorg en de gehandicaptenzorg, zorg te leveren onder de zorgverzekeringswet. Zorgverzekeraars hanteren een uniform beleid op de Geneeskundige zorg voor specifieke patiëntgroepen (GZSP) prestaties individueel en zorg in een groep. Recentelijk zijn de uitgangpunten aangepast n.a.v. de publicatie nieuwe tarieven van de (Nederlandse Zorgauthoriteit). Zorgverzekeraars Nederland (ZN) heeft de documenten uitgangspunten GSZP 2025 individuele prestaties en uitgangspunten GZSP zorg in een groep opnieuw gepubliceerd voor 2025.
Het NIP ontvangt hierover vragen en signalen vanuit haar leden rondom de zorgprogramma’s en de verhouding in de ‘verlengde arm constructie’. Vandaar dat we opnieuw in overleg zijn getreden met ZN hierover.
We maken ons, samen met onze sectie Ouderenpsychologie en sectie Zorg voor mensen met een verstandelijke beperking, hard voor het verstevigen van de positie van de gedragswetenschapper bij het leveren van GZSP. Wij zijn hierover in goed gesprek met ZN en andere betrokken (branche) organisaties over de toekomst van GZSP en de ontwikkeling van zorgprogramma’s. Wij dragen daarbij uit dat voor ons de basis is vastgelegd in het standpunt van het ministerie van VWS bij de overheveling (pdf (overheid.nl)), dat is overgenomen in de beleidsregels van de NZa (voor 2025 gelden de beleidsregel GZSP en de nadere regeling GZSP).
Dit biedt de gedragswetenschapper de ruimte om regiebehandelaar te kunnen zijn. Immers er wordt in de praktijk ook vaak door de gedragswetenschapper zorg geleverd waarbij de Specialist Ouderengeneeskunde of de Arts Verstandelijk Gehandicapten niet of nauwelijks betrokken zijn. Naast de geldende wet- en regelgeving baseren we ons op inhoudelijke documenten zoals het kwaliteitskompas gehandicaptenzorg en het generiek kompas ouderenzorg. Deze gaan uit van individueel maatwerk, variatie in zorg en professionele autonomie. De GZSP dient vastgelegd te worden in zorgprogramma’s (zowel landelijk als regionaal). Hieronder geeft het NIP een verduidelijking op een aantal punten uit het uitgangspuntendocument van ZN. Daarnaast hanteert ZN een document met uitgangspunten voor een zorgprogramma GZSP.
Uitzondering 2025-2026
In de uitgangspunten onderaan pagina 3 schrijft ZN:
Gezien de verwachting dat er op korte termijn geen door de beroepsgroep gedragen zorgprogramma’s worden gepubliceerd, hanteren we voor 2025-2026 de volgende uitzondering:
- Alle betrokken disciplines staan altijd onder regie van de BIG-geregistreerde gedragswetenschapper en verlenen zorg in het kader van een multidisciplinair behandelplan. OF
- Zorgaanbieders die regionaal met elkaar zorginhoudelijk gedragen zorgprogramma’s voorleggen met daarin expliciet beschreven wanneer welke verlengde arm constructie vanuit de arts VG of SO noodzakelijk is en hoe veel van de behandeling door de verlengde arm wordt uitgevoerd, kunnen hun zorgprogramma indienen bij de preferente verzekeraar. De verzekeraar zal dan toetsen op volledigheid van het programma en regionale overeenstemming van het programma.
Deze voorwaarden moeten worden gelezen als of en niet dat beide moeten gelden. Dit biedt volgens ons de noodzakelijke ruimte voor het leveren van GZSP in 2025.
Verlengde arm constructie BIG-Niet BIG geregistreerd
In de uitgangspunten onderaan pagina 3 schrijft ZN over de verlengde arm constructie BIG-geregistreerde gedragswetenschapper:
- Verzekeraars hanteren het uitgangspunt dat minimaal 60% van de gedeclareerde tijd uitgevoerd moet worden door de BIG-geregistreerde gedragswetenschapper. We zien echter een grote diversiteit aan behandeldisciplines die behandelingen uitvoeren en dit declareren onder de prestatie gedragswetenschapper.
- Indien meer dan 40% van de behandeling uitgevoerd wordt door niet BIG-geregistreerde zorgverleners, moet dit beschreven worden in en duidelijk onderbouwd worden door een door de beroepsgroep gedragen zorgprogramma.
De 60/40 verdeling komt uit recentelijk kostprijsonderzoek van de NZa, waar de nieuwe tarieven individuele prestaties SO, AVG en gedragswetenschapper op gebaseerd zijn. ZN heeft aangegeven nog te gaan toetsen of de gehanteerde verhouding klopt met de verhouding zoals die in de praktijk wordt ingezet of toegepast bij zorgaanbieders. Dit is vergelijkbaar met de eerdere uitgangspunten van ZN dat er wanneer er zorgprogramma onder ligt, taakherschikking mogelijk is.
Zorgprogramma’s
In de uitgangspunten onderaan pagina 3 schrijft ZN:
Zorgaanbieders die regionaal met elkaar zorginhoudelijk gedragen zorgprogramma’s voorleggen met daarin expliciet beschreven wanneer welke verlengde arm constructie vanuit de arts VG of SO noodzakelijk is en hoe veel van de behandeling door de verlengde arm wordt uitgevoerd, kunnen hun zorgprogram-ma indienen bij de preferente verzekeraar. De verzekeraar zal dan toetsen op volledigheid van het programma en regionale overeenstemming van het programma.
Naast de landelijke zorgprogramma’s die ZN noemt (Hersenz, FACT LVB en behandelingen voor de doelgroep Jonge mensen met Dementie) biedt dit zorgaanbieders voor 2025 de ruimte om regionaal een zorgprogramma op te stellen. Deze dienen dan wel getoetst te worden door de zorgverzekeraar conform het document van ZN. De inclusie van huidige landelijke zorgprogramma’s is mede gedaan op basis van aanmelding na rondvraag van ZN.
Wij vervolgen vanzelfsprekend het overleg met ZN en houden jullie op de hoogte van onze inspanningen en de laatste ontwikkelingen.